ZURE GEZICHTEN EN WRANGE GEVOELENS

 

Tsja, dat is waarschijnlijk niet de titel die je verwacht boven een artikel over mijn eerste lesdag op de Vinologenopleiding… De opmerkingen die ik doorgaans krijg wanneer ik vertel dat ik deze opleiding volg, zijn in de trant van ‘lekker de hele dag wijnzuipen en dat opleiding mogen noemen’. Persoonlijk had ik op basis van voorgaande wijnopleidingen gelukkig al wel iets genuanceerdere verwachtingen, maar dan nog was de eerste les wel even afzien… Tegenover dit bourgondische beeld staat namelijk ook de bittere realiteit van de eerste lesdag: het proeven van de pure basissmaken zuur, bitter, tannine en (gelukkig ook nog) alcohol en zoet. 

    

De eerste les in analytisch wijnproeven begon dan ook niet met wijn, zoals je wellicht zou verwachten, maar met een achttal glazen met water waarin een of twee basissmaken opgelost waren. Glas nr. 1 was meteen een stevige start: een oplossing van 2 gr/l wijnsteenzuur. Zo zuur van smaak dat mijn mond er direct van samentrok; ik vermoed dat mijn gezichtsuitdrukking minstens zo zuur als de inhoud van mijn glas was. Gelukkig maakt zo’n heftige proefervaring wel meteen goed duidelijk hoe het ook alweer zat met de zuurwaarneming: het geeft een beetje prikkeling in de mond (eigenlijk een kleine pijnsensatie) en je proeft het zuur het duidelijkst aan de zijkanten van je tong. 

    

Lesdag Wijnacademie

Glas nr. 2 was niet direct een verbetering, want hierin zat een oplossing van 25 mg/l kininesulfaat, oftewel de basissmaak bitter. Denk aan de smaak van een paracetamolletje maal 10 en je komt aardig in de richting van deze proefervaring. Bitter proef je vooral achterop je tong en dat heb ik geweten met dit proefglas. Bovendien is het vooral de nasmaak die blijft hangen waarin je het bitter goed waarneemt. Heel fijn… Waarschijnlijk ging dit gepaard met mijn lelijkste gezicht ooit. Na deze proefervaringen volgden nog een glas met tannine (geeft een heel wrang, stroef, drogend mondgevoel) en een lekkere cocktail van zuur en tannine samen (deze smaken versterken elkaar, dus dat was dubbel feest….). 

    

Hierna was het gelukkig over met de ergste kwelling van de smaakpapillen en ging het richting de vriendelijker smaken: twee glazen met achtereenvolgens 4% en 10% alcohol. Dit had een zachte, licht zoete smaak en vooral de oplossing van 10% deed qua smaak haast denken aan een tikje waterige versie van wodka of soju. Bij de 10% alcohol was ook een wat branderig gevoel waar te nemen, wat wederom eigenlijk een soort pijnsensatie is. Wat je als wijnproever blijkbaar al niet aan pijnen moet doorstaan…. Tot besluit volgden nog een glas zoet (suiker 10 gr/l), wat na al het voorgaande een heerlijk milde mondreactie gaf, en een mix van zoet en zuur. 

 

Al met al dus een heftige start van de dag, maar wel enorm leerzaam om de diverse smaken plus de bijbehorende ervaringen in de mond zo eens op een rij te zetten. Bijkomend voordeel is dat je het hierdoor nog eens extra waardeert als er daadwerkelijk wijn op tafel komt, wat gelukkig het geval was na deze introductie. De les wijnproeven werd afgesloten met het proeven van 4 verschillende wijnen om voor het eerst te oefenen met het (indrukwekkend uitgebreide!) proefnotitieformulier, een ware verademing voor de smaakpapillen. 

    

Het middagcollege was ook meteen een stevige kluif, want op het menu van de theorieles stond o.a. bodemsoorten, wijnbouw, kennis over de druivenstok en de diverse klimaten… Geen lichte materie, maar dankzij de enthousiaste en kundige toelichting en de 3 series van 3 wijnen die we er ter illustratie bij proefden wel enorm interessant en leerzaam. 

    

Na deze lange, intensieve eerste lesdag kon ik met een voldaan gevoel op huis aan, met een hoofd tollend van alle nieuwe informatie en een tong die enigszins verdwaasd was over alle nieuwe proefervaringen. En waar trakteer je jezelf als vinoloog in opleiding dan op bij thuiskomst, na een lange intensieve dag vol wijnstudie en wijnproeven? Ehm, tsja, op een lekker koud biertje dus… 

 

(september 2013)